Ik heb een brief ontvangen
Patiënt (advocaat / jurist)
1. De patiënt stelt mij verantwoordelijk voor schade
Een patiënt kan de zorginstelling en/of een zorgprofessional aansprakelijk stellen voor schade die hij heeft geleden door de zorg of de behandeling. Als je een werkgever hebt (met een arbeidscontract of je bent ingehuurd door de zorginstelling), wordt in de praktijk de zorginstelling aangesproken. Het is dan in principe altijd de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van jouw werkgever die wordt ingeschakeld. Mogelijk kan jij ook bijstand krijgen via de jurist van jouw werkgever. Als je zelf een rechtsbijstandverzekering hebt, neem dan contact op met die verzekeraar.
Dit is een ingrijpende situatie die om zorgvuldig handelen vraagt. Het is daarom belangrijk om direct actie te ondernemen als je een aansprakelijkstelling ontvangt. Neem meteen contact op met jouw werkgever. Bespreek met je werkgever de vervolgstappen. Zorg dat het patiëntdossier compleet en op orde is en verleen alle noodzakelijke medewerking aan het onderzoek van de verzekeraar.
Als je als zorgprofessional (bijvoorbeeld als zzp’er) rechtstreeks een zorgrelatie met de patiënt hebt, neem dan direct contact op met je eigen beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar als je een aansprakelijkstelling ontvangt. Zorg dat het patiëntdossier compleet en op orde is en verleen alle noodzakelijke medewerking aan het onderzoek van de verzekeraar. Aangezien deze procedures vaak complex zijn en lang kunnen duren, is het raadzaam om je gedurende het hele traject te laten bijstaan door jouw verzekeraar en eventueel een juridisch adviseur. Zij kunnen je helpen bij het doorlopen van alle stappen en jouw belangen beschermen.
Bij een aansprakelijkstelling wordt onderzocht of er sprake is van een oorzakelijk (causaal) verband tussen jouw handelen en de schade die de patiënt stelt te hebben. Ook wordt gekeken of er een overschrijding van de geldende zorgvuldigheidsnorm heeft plaatsgevonden. Hiervoor is het belangrijk dat het patiëntdossier compleet op orde is.
Houd er rekening mee dat patiënten vijf jaar de tijd hebben om een claim in te dienen/jouw aansprakelijk te stellen, gerekend vanaf het moment dat zij bekend werden met de schade.
Gedragscode Openheid medische incidenten (GOMA) – De Letselschade Raad
2. De patiënt uit een klacht
Als zorgprofessional kan je geconfronteerd worden met klachten. Hoewel dit een onaangename situatie kan zijn, is het belangrijk te beseffen dat klachten een waardevol onderdeel zijn van de zorgrelatie. Uit onderzoek blijkt dat patiënten meestal niet uit zijn op persoonlijke genoegdoening, maar vooral willen voorkomen dat andere patiënten met dezelfde problematiek worden geconfronteerd. Een open en constructieve benadering van klachten kan leiden tot verbetering van de zorg en herstel van vertrouwen.
De eerste reactie op een klacht is cruciaal voor het verdere verloop. Het is belangrijk om direct open te staan voor een gesprek met de patiënt en eventueel zijn naasten en proactief te reageren. Neem de tijd om goed te luisteren naar de zorgen en frustraties van de patiënt, probeer de situatie vanuit het patiëntenperspectief te bekijken en zoek samen naar een oplossing. De meeste patiënten en hun naasten geven de voorkeur aan zo’n laagdrempelige oplossing boven formele procedures.
Informeer je leidinggevende en je collega’s in je team. Je staat er in deze situatie niet alleen voor. Aarzel niet om steun te zoeken bij je leidinggevende en collega’s als je daar behoefte aan hebt. Afhankelijk van de situatie kun je het gesprek met de patiënt (en eventueel zijn naasten) samen met je leidinggevende of een collega doen.
Mocht een direct gesprek niet tot een oplossing leiden, dan is het belangrijk om de patiënt te informeren over de mogelijkheid om contact op te nemen met de klachtenfunctionaris. Deze onafhankelijke functionaris kan kosteloos adviseren en bemiddelen, met als doel om in een vroeg stadium tot een oplossing te komen die voor beide partijen acceptabel is.
Een goed functionerende klachtenregeling is in ieders belang. Het biedt jou als zorgprofessional de kans om de relatie met de patiënt te herstellen, van feedback te leren en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Door een open en toegankelijke houding aan te nemen ten aanzien van klachten, draag je bij aan het vertrouwen in de zorg en kan je escalatie naar formele procedures vaak voorkomen. Beschouw een klacht daarom niet als een bedreiging, maar als een mogelijkheid tot verbetering van de zorg.
Tip: V&VN biedt voor leden gratis (collegiale) ondersteuning aan als je te maken krijgt met een (tucht)klacht. Zie voor meer informatie: https://www.venvn.nl/thema-s/tuchtrecht/v-vn-hulplijn-ik-heb-te-maken-met-een-tucht-klacht/
Nabestaande patiënt
1. Een nabestaande stelt mij aansprakelijk voor schade
Een nabestaande kan de zorginstelling en/of de zorgprofessional van zijn overleden naaste aansprakelijk stellen voor schade die de naaste heeft geleden door de zorg of de behandeling. Als je een werkgever hebt (met een arbeidscontract of je bent ingehuurd door de zorginstelling), wordt in de praktijk de zorginstelling aangesproken. Het is dan in principe altijd de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van jouw werkgever die wordt ingeschakeld. Mogelijk kan jij ook bijstand krijgen via de jurist van jouw werkgever. Als je zelf een rechtsbijstandverzekering hebt, neem dan contact op met die verzekeraar.
Dit is een ingrijpende situatie die om zorgvuldige handelen vraagt. Het is daarom belangrijk om direct actie te ondernemen als je een aansprakelijkstelling ontvangt. Neem meteen contact op met jouw werkgever. Bespreek met je werkgever de vervolgstappen. Zorg dat het patiëntdossier compleet en op orde is en verleen alle noodzakelijke medewerking aan het onderzoek van de verzekeraar.
Als je als zorgprofessional (bijvoorbeeld als zzp’er) rechtstreeks een zorgrelatie met de patiënt had neem dan direct contact op met je eigen beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar als je een aansprakelijkheidsstelling ontvangt. Zorg dat het patiëntdossier compleet en op orde is en verleen alle noodzakelijke medewerking aan het onderzoek van de verzekeraar. Aangezien deze procedures vaak complex zijn en lang kunnen duren, is het raadzaam om je gedurende het hele traject te laten bijstaan door jouw verzekeraar en eventueel een juridisch adviseur. Zij kunnen je helpen bij het doorlopen van alle stappen en jouw belangen beschermen.
Bij een aansprakelijkstelling wordt onderzocht of er sprake is van een oorzakelijk (causaal) verband tussen jouw handelen en de schade die de patiënt stelt te hebben. Ook wordt gekeken of er een overschrijding van de geldende zorgvuldigheidsnorm heeft plaatsgevonden.
Houd er rekening mee dat nabestaanden van patiënten vijf jaar de tijd hebben om een claim in te dienen/jou aansprakelijk te stellen, gerekend vanaf het moment dat zij bekend werden met de schade.
Gedragscode Openheid medische incidenten (GOMA) – De Letselschade Raad
2. Een nabestaande uit een klacht
Als zorgprofessional kan je geconfronteerd worden met klachten. Hoewel dit een onaangename situatie kan zijn, is het belangrijk te beseffen dat klachten een waardevol onderdeel zijn van de zorgrelatie. Uit onderzoek blijkt dat nabestaanden meestal niet uit zijn op persoonlijke genoegdoening, maar vooral willen voorkomen dat andere patiënten en nabestaanden met dezelfde problematiek worden geconfronteerd. Een open en constructieve benadering van klachten kan leiden tot verbetering van de zorg en herstel van vertrouwen.
De eerste reactie op een klacht is cruciaal voor het verdere verloop. Het is daarom belangrijk om direct open te staan voor een gesprek met de nabestaande en proactief te reageren. Neem de tijd om goed te luisteren naar de zorgen en frustraties van de nabestaande, probeer de situatie vanuit diens te bekijken en zoek samen naar een oplossing. De meeste nabestaanden geven de voorkeur aan zo’n laagdrempelige oplossing boven formele procedures.
Informeer je leidinggevende en je collega’s in je team. Je staat er in deze situatie niet alleen voor. Aarzel niet om steun te zoeken bij je leidinggevende en collega’s als je daar behoefte aan hebt. Afhankelijk van de situatie kun je het gesprek met de patiënt samen met je leidinggevende of een collega doen.
Mocht een direct gesprek niet tot een oplossing leiden, dan is het belangrijk om de nabestaande te informeren over de mogelijkheid om contact op te nemen met de klachtenfunctionaris. Deze onafhankelijke functionaris kan kosteloos adviseren en bemiddelen, met als doel om in een vroeg stadium tot een oplossing te komen die voor beide partijen acceptabel is.
Een goed functionerende klachtenregeling is in ieders belang. Het biedt jou als zorgprofessional de kans van feedback te leren en de kwaliteit van uw zorg te verbeteren. Door een open en toegankelijke houding aan te nemen ten aanzien van klachten, draag je bij aan het vertrouwen in de zorg en kan je escalatie naar formele procedures vaak voorkomen. Beschouw een klacht daarom niet als een bedreiging, maar als een mogelijkheid tot verbetering van de zorg.
Tip: V&VN biedt voor leden gratis (collegiale) ondersteuning aan als je te maken krijgt met een (tucht)klacht. Zie voor meer informatie: https://www.venvn.nl/thema-s/tuchtrecht/v-vn-hulplijn-ik-heb-te-maken-met-een-tucht-klacht/
Regionaal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg
Als iemand een tuchtklacht tegen je indient, ontvang je een aangetekende brief van het Tuchtcollege. De tuchtklacht kan afkomstig zijn van een patiënt, maar ook van bijvoorbeeld een naaste van een patiënt, een collega, je werkgever of van de inspecteur Gezondheidszorg en Jeugd.
Klachtenfunctionaris
Als een klachtenfunctionaris contact met jou opneemt, betekent dit dat een patiënt een klacht heeft ingediend over de door jou geleverde zorg. Hoewel dit onverwacht en vervelend kan zijn, is het een normale procedure binnen de gezondheidszorg, vastgelegd in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Deze wet verplicht elke zorgaanbieder om een klachtenfunctionaris beschikbaar te hebben, die onafhankelijk werkt en kosteloos toegankelijk is voor patiënten.
De klachtenfunctionaris heeft een onpartijdige rol en is niet aangesteld om te oordelen, maar om te bemiddelen. De belangrijkste taak is het faciliteren van een constructieve dialoog tussen jou en de patiënt, met als doel een wederzijds acceptabele oplossing te vinden. Het proces begint meestal met een contact waarbij de klachtenfunctionaris jouw perspectief wil horen. Jij krijgt de gelegenheid om jouw kant van de situatie toe te lichten. Vaak volgt daarna een gezamenlijk gesprek met de patiënt, waarbij de klachtenfunctionaris als neutrale gespreksleider optreedt en helpt bij het vinden van een oplossing. Deze laagdrempelige procedure is bedoeld om in een vroeg stadium tot een oplossing te komen en zo mogelijk zwaardere, formele procedures zoals een tuchtklacht te voorkomen.
Voor een succesvol verloop van dit traject is het belangrijk dat jij professioneel reageert en open blijft staan voor dialoog. Een goede voorbereiding op het gesprek is essentieel: zorg dat je relevante feiten en documentatie bij de hand hebt. Ook is steun van collega’s en/of leidinggevenden van belang bij de voorbereiding. Luister goed naar het perspectief van de patiënt en focus op constructieve oplossingen.
Geschilleninstantie
Als een patiënt een klacht heeft ingediend bij de zorginstelling en deze klacht is volgens de patiënt niet goed opgelost door de zorginstelling, dan kan de patiënt van de klacht een geschil maken en deze indienen bij een geschilleninstantie, bijvoorbeeld de Geschillencommissie Zorg. Als je hiervan bericht ontvangt, betekent dit dat er een formele procedure is gestart na een niet-opgeloste klacht. De eerdere pogingen tot bemiddeling, bijvoorbeeld via de klachtenfunctionaris, hebben niet tot een bevredigende oplossing geleid. Dit is een serieuze stap met mogelijke verstrekkende gevolgen.
Elke zorgaanbieder is verplicht aangesloten bij een geschilleninstantie. Een uitspraak van de geschilleninstantie is bindend en er is geen beroep mogelijk. De geschilleninstantie is onpartijdig en kan een onafhankelijke uitspraak doen over de klacht en een schadevergoeding toekennen tot maximaal € 25.000.
De geschillenprocedure volgt een vast patroon waarbij je eerst via de ambtelijk secretaris bericht ontvangt over het ingediende geschil. Je wordt vervolgens gevraagd om schriftelijk te reageren op de klacht. Overleg met je werkgever over de schriftelijke reactie. De geschillencommissie, die bestaat uit een (voormalig) rechter als voorzitter, vertegenwoordiging vanuit patiëntenperspectief en een of twee leden uit jouw beroepsgroep, bestudeert alle aangeleverde documenten zorgvuldig. Het kan zijn dat er aanvullende informatie wordt gevraagd of dat er een hoorzitting wordt gepland. Uiteindelijk doet de commissie een uitspraak die juridisch bindend is voor alle partijen.
Deze procedure is formeler dan de eerdere klachttrajecten en vereist daarom een goede voorbereiding. Het is aan te raden om in deze situatie juridische bijstand te zoeken. Als je een werkgever hebt, kan die mogelijk bijstand verlenen via de eigen jurist of beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Als je een rechtsbijstandsverzekering hebt, neem dan direct contact op met je verzekeraar. Voor informatie over gesubsidieerde rechtsbijstand kun je terecht bij het Juridisch Loket.
Openbaar Ministerie / politie
Ook in de zorgsector kunnen strafrechtelijke onderzoeken plaatsvinden. Deze onderzoeken kunnen verschillende aanleidingen hebben, zoals mogelijke fraude (zorg- of belastingfraude), levenseindevraagstukken, calamiteiten met ernstige schade of overlijden, (mogelijk) seksueel misbruik en andere incidenten in de zorg.
Betrokkenheid bij een strafrechtelijk onderzoek kan op twee manieren gebeuren. Ten eerste via een patiënt: als een patiënt verdacht wordt van een strafbaar feit, kan jij als zorgprofessional betrokken raken bij het onderzoek. Justitie of een advocaat kan jou dan benaderen voor informatie, waarbij vragen over beroepsgeheim en medewerkingsplicht een belangrijke rol spelen.
Ten tweede kan er een direct onderzoek naar zorgprofessionals plaatsvinden. Een dergelijk strafrechtelijk onderzoek kan zich richten op individuele zorgprofessionals, ondersteunend personeel of de hele zorginstelling. Bij deze onderzoeken zijn er verschillende belangrijke aspecten om rekening mee te houden. Zo lopen deze zaken vaak parallel met andere procedures zoals calamiteitenmeldingen, tuchtrecht of civiele claims. Daarnaast kan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) zowel als toezichthouder als opsporingsambtenaar optreden.
Het Openbaar Ministerie is belast met de leiding over het opsporingsonderzoek en vervolging van strafbare feiten. Het Openbaar Ministerie bepaalt uiteindelijk wie er vervolgd wordt. Hoewel gevangenisstraffen of boetes in deze zaken zeldzaam zijn, kan de emotionele impact alleen al van zo’n onderzoek groot zijn.
Het is aan te raden om in deze situaties juridische bijstand te zoeken. Als je een werkgever hebt, kan die mogelijk bijstand verlenen via de eigen jurist of beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Heb je een rechtsbijstandsverzekering, neem dan direct contact op met je verzekeraar. Voor informatie over gesubsidieerde rechtsbijstand kun je terecht bij het Juridisch Loket.
KNMG-handreiking Beroepsgeheim en politie/justitie: Politie en justitie | KNMG
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd is de toezichthouder in de zorg. De IGJ houdt toezicht op de kwaliteit en veiligheid van zorg. Als dat nodig is, treedt de IGJ op. Zo kan de IGJ een tuchtklacht tegen een verpleegkundige of verpleegkundig specialist indienen, bijvoorbeeld bij seksueel grensoverschrijdend gedrag door deze BIG-geregistreerde zorgprofessional. Daarnaast kan de IGJ een verzoek indienen bij het Regionaal Tuchtcollege als de IGJ meent dat een verpleegkundige of verpleegkundig specialist niet geschikt is voor zijn werk als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke conditie of als sprake is van middelengebruik. Vaak wordt dit verzoek dan samen met een tuchtklacht gedaan. De IGJ is dan de klager.
Medewerkers van de IGJ hebben het recht om medische gegevens te bekijken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de inhoud van een medisch dossier. Dit mag alleen als dat voor het toezicht op de kwaliteit en veiligheid van de zorg en jeugdhulp nodig is. Een verpleegkundige of verpleegkundig specialist moet aan het inzagerecht van de IGJ meewerken. Het is niet noodzakelijk dat de patiënt daarvoor toestemming geeft.
Als de IGJ vindt dat de kwaliteit van zorg onvoldoende is, grijpt de IGJ in (interventiebeleid). Daarvoor heeft de IGJ verschillende mogelijkheden. Als de IGJ een normafwijking ziet, dan volgt een actie die in het interventiebeleid staat. Dat kan zijn: verscherpt toezicht, aanwijzing, last onder dwangsom of onder bestuursdwang, boete, bevel, tuchtklacht indienen. Soms geeft de IGJ eerst een waarschuwing. Ook kan de IGJ een zorgprofessional aanspreken of een plan vragen om zaken te verbeteren, zonder een formele interventie (zoals boete) op te leggen.
Hoe zet IGJ interventies in? | Interventies | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd